limerick


limerick 1.0

vijfregelig, speels puntdicht met rijmschema aa bb a en doorgaans een vast metrum, dat in de eerste regel vaak een persoon en een plaatsnaam introduceert en in de laatste regel aan de geschetste situatie een grappige of groteske wending geeft

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een limerick…

is een gedicht; is een tekst

  • [Deel] telt vijf versregels
  • [Functie] dient tot vermaak
  • [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] heeft als rijmschema aa bb a, waarbij de meestal langere, eerste, tweede en laatste versregel doorgaans drie heffingen tellen en de kortere derde en vierde gewoonlijk twee heffingen
  • [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] vermeldt in de eerste regel meestal een persoon en een plaatsnaam en eindigt met een speelse wending
  • [Onstoffelijke inhoud] betreft meestal een grappige of groteske situatie

Algemene voorbeelden


In de limericks van Lear, die bestaan uit vijf regels, waarvan de laatste regel de eerste ten dele herhaalt, wordt in de tweede regel verteld wat er met iemand aan de hand is, in de derde en vierde wat er aan gedaan wordt en in de laatste regel wordt de oplossing van het probleem gegeven, of alleen maar geconstateerd dat het nu eenmaal zo is en dat er niets aan te doen is [...]. Maar meestal gaat het drastischer toe: there was an old person of Rimini, who said, "gracious! goodness! o gimini!' When they said, "please be still!' she ran down a hill, and was never more heard of at Rimini.

Alles moet over, Carel Peeters,

Van 12u30 tot 15u vertelt de dichteres [...] over rijm en vormen van gedichten, zoals de haiku - dat is een type gedicht afkomstig uit Japan - of de limerick, een rijmend gedicht met vaak een verrassende grap op het eind.

NRC,

Combinatiemogelijkheden


als object bij een werkwoord


  • een limerick maken

Je hebt ook een groot aantal limericks gemaakt, die wel nooit gepubliceerd zijn maar ... nee, die eigenlijk niet publiceerbaar waren. - Maar alle taboes zijn ontploft, dus je kunt er rustig een paar citeren.

Ik herinner mij, A. Roland Holst,

Woordfamilie


Als linkerlid in samenstellingen en samenkoppelingen