minnebrief


minnebrief 1.0

(verouderend)

brief waarin men iemand zijn liefde betuigt; liefdesbrief
Vooral nog uit titels van oudere literaire werken bekend.

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een minnebrief…

is een brief; is een geschrift

      Algemene voorbeelden


      Het schijnt dat hij ondertussen zijn ontdekkingsterrein heeft uitgebreid en hele verhalen schrijft. Geen brieven – ik wacht erop als op minnebrieven. Dwaze minnares.

      Het nietigste, Marie Kessels,

      Om dit glanzen en mat worden van de inkt zet ik de pen op het papier, neem ik plaats aan mijn bureau, waarop de boeken liggen die ik tot geweten las: De mythe van Sisyfus van Camus, Minnebrieven van Multatuli en Al te luide eenzaamheid van Bohumil Hrabal.

      Hier ben ik, Donald Niedekker,

      De vier heruitgaven zijn de verhalenbundel Het broos geluk, de roman De wereld een dansfeest, de roman Het fregatschip van Johanna Maria en Minnebrieven van een Portugese non, in de serie Vertellingen voor een nacht.

      De Standaard,

      In het nieuwe experimentele idioom nam Lucebert moeiteloos vele gedaanten aan. Die van de cynische sonnettenbestrijder, in zijn eerste gedicht: Ik/Mij/Ik/Mij, enzovoort [...]. De grote bezweerder: Horror rosser racer ruis / Horror jij komt niet meer thuis. De denker: het besef / Een broodkruimel te zijn op de rok van het universum. De kritische dichter, in zijn 'minnebrief aan onze gemartelde bruid indonesia'. De onzinprofeet: wiezois assus quikema maases. Maar hij was ook de tedere zanger van hymnen, romancen en balladen.

      NRC,

      De vertaling is die van Wilhelm Spohr, maar er is een nieuwe inleiding bij geschreven door Arnold Thünker, die een aantal jaren geleden nog verantwoordelijk was voor de uitgave van nieuwe vertalingen van de Max Havelaar en de Minnebrieven.

      http://home.zonnet.nl/multatuli-museum/,

      Woordfamilie


      Als deel van een afleiding