none 1.0
(muziek)
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een none…
is een interval
- [Afmeting] is negen tonen, een octaaf plus een secunde
- [Geluid] is in een akkoord dissonant
- [Toepassingsgebied of bereik] is een begrip in de muziek
Algemene voorbeelden
Ook een opmerkelijk portamento over een groot interval als de none (op mon Dieu) wijst erop, dat De Leeuw geen genoegen wilde nemen met een louter estetisch koorstuk.
Vaste verbindingen
grote none
-
met een halve toon verhoogde none
De intervallen die groter zijn dan het octaaf zijn achtereenvolgens: Kleine none = octaaf+ kleine secunde. Grote none = octaaf+ grote secunde. Klein decime = octaaf+ kleine terts. Groot decime = octaaf+ grote terts. Undecime = octaaf+ reine kwart [...]. Kwintdecime of dubbeloctaaf = octaaf+ octaaf.
kleine none
-
met een halve toon verlaagde none
Wanneer het octaaf nog hoger verstemd zou worden bereikt het een kleine none, een heel waarneembare grens.
Woordfamilie
Als linkerlid in samenstellingen en samenkoppelingen
none 1.1
(muziek)
Betekenisbetrekking
| Betrokken betekenissen | 1.0 : 1.1 |
|---|
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een none…
is een toon
Algemene voorbeelden
De laagste tonen van de boventoonreeks nemen wij doorgaans het duidelijkste waar. Als we een opsomming maken van de boventonen die voor het eerst optreden in de reeks, zien we een bekend patroon opdoemen: grondtoon - kwint - terts - septime - none.
Vaste verbindingen
grote none
-
toon die met de grondtoon een grote none vormt
Groot dominantnoneakkoord (grote terts, reine kwint, kleine septiem, grote none bvb. g - b - d - f - a).
kleine none
-
toon die met de grondtoon een kleine none vormt
Klein noneakkoord (kleine terts, reine kwint, kleine septiem, kleine none bvb. g - bes - d - f - a).
Woordfamilie
Als linkerlid in samenstellingen en samenkoppelingen
none 2.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een none…
is een getijdengebed
- [Samenstelling] bestaat uit hymnen, psalmen en soms een schriftlezing
- [Groep] behoort samen met de metten, lauden, priem, terts, sext, vespers en completen tot de acht rooms-katholieke getijdengebeden (koorgebeden)
- [Plaats] wordt gebeden in rooms-katholieke kloosters, in de regel in het koor van de kloosterkerk
- [Tijd] wordt gebeden op het negende uur, drie uur 's middags
- [Handelende persoon] wordt gezamenlijk gebeden door de monniken of zusters
Algemene voorbeelden
Synchroon aan de Grieks-Romeinse tijdrekening worden de gebedstijden gesteld op het 3e, 6e en 9e uur van de dag. Een dagorde in een klooster kan er daardoor zo uitzien: - 5.00 uur: metten - 7.00 uur: lauden (bijv. met een Eucharistieviering) - 9.00 uur: terts - 12.00 uur: sext - 15.00 uur: noon - 18.00 uur: vespers - 20.00 uur: dagsluiting.
Deze getijden worden nog met de oude benamingen aangeduid, respectievelijk: vigilie, lauden, terts, sekst, noon, vespers en completen. Daar zit onder meer een verwijzing in naar een oude uurregeling: het eerste uur van de dag was wat nu zes uur 's morgens is. De noon is bijvoorbeeld het gebed op het negende uur van de dag en zou omstreeks drie uur na de middag moeten vallen. Ons woordje 'noen' is er van afgeleid.
±9:00 mag het voormiddaggebed of terts worden gebeden als officie van het derde uur. ±12:00 mag het middaggebed of sext worden gebeden als officie van het zesde uur. ± 5:00 mag het namiddaggebed of noon worden gebeden als officie van het negende uur. ±18:00 mag het avondgebed of vespers worden gebeden.
Om half tien gingen de zusters weer naar de kerk voor de terts en de sext, twee gebedstijden die tezamen rond drie kwartier duurden. Na de maaltijd die om twaalf uur begon, gingen de zusters hardop biddend naar de kerk voor het zingen van de nonen, een gebed van omstreeks twintig minuten. Om twee uur was er het rozenhoedje. Maar om vijf uur waren de gezongen vespers, dit waren gebeden die enigermate plechtiger waren dan de bovengenoemde.