overwaard


overwaard 1.0

((vooral) in België)

meer dan waard; meer dan de moeite waard; meer dan geschikt (voor iets); (het bezoeken, bekijken, herinneren, ontdekken) zeer waard; zeer aanbevelenswaardig

Algemene voorbeelden


Om direct in de groene sfeer te duiken, neme men de baan naar York: bij het uitrijden van de haven even rechtsaf, dan links. York is een bezoek overwaard.

De Standaard,

Met zijn zoon Joachim en een viertal Indiërs boort hij een veld aan dat zowel bij de actuele ambient-stroming als bij erg traditionele muziek aansluiting vindt. Zelfs een two-step of een vleugje tex-mex klinkt anders. De verkenning overwaard.

De Standaard,

Stuk voor stuk zijn de melodieën het beluisteren overwaard.

De Standaard,

Prima opvoeding, veel wilskracht, een helder hoofd, talent voor diskretie, moderne spirit. Ze was die job overwaard. Iedereen hield van haar, ze voerde het gebruik van kantoorpantoffeltjes in op het departement.

Het beleg van Brussel, Frans Verleyen,

Hèt voorbeeld van een residentieel kasteel is Annevoie, uit de zeventiende eeuw. Met de heerlijke tuinen en de vijver eromheen, ook in deze herfsttijd een bezoek overwaard.

De Standaard,

Tervuren, met zijn Arboretum en zijn museum van Midden-Afrika, is een daguitstap overwaard.

De Standaard,

Osud is een intrigerend werk en een onmisbare schakel in Janáčeks oeuvre: de kennismaking overwaard.

De Standaard,

Op 4 juli brengt Willem Lanszweert, conservator van het Nationaal Visserijmuseum - een bezoek overwaard - een Festival van het Zeemanslied.

De Standaard,