pejoratief


A - Als bijvoeglijk naamwoord

pejoratief 1.0

(taal en taalkunde)

( Gezegd van woorden of uitdrukkingen)
een ongunstige, weinig flatterende voorstelling gevend van het genoemde

Algemene voorbeelden


Babel Tower is een bijzonder rijk boek, een overdadig boek zelfs, of als dat iets te pejoratief mocht klinken, een genereus boek.

De Standaard,

Zo noemen we het zelfverdediging (positief) of oorlog (over het algemeen neutraal) of terrorisme (zeer pejoratief).

http://users.chello.be/sf15013/28.htm,

Combinatiemogelijkheden


met substantief


  • pejoratief gebruik
  • een pejoratieve betekenis
  • een pejoratieve bijklank
  • een pejoratieve connotatie
  • een pejoratieve term
  • een pejoratieve toon
  • een pejoratieve vorm
  • een pejoratieve zin

Inderdaad, de voorbije paar decennia evolueerden de hogescholen en de universiteiten tot concurrenten in de meest pejoratieve zin van het woord. De universiteiten, die in de eerste plaats instaan voor fundamenteel wetenschappelijk onderzoek en academisch onderwijs, vertoonden een zogenaamde "vocational drift". Ze boden meer en meer studies aan die rechtstreeks tot een beroep voorbereiden.

De Standaard,

Ook de pejoratieve term 'boekenwijsheid' herinnert nog altijd aan die negatieve status 22 van de leescultuur.

Cultuur is Oorlog, Leo de Haas,

Stereotyperingen hebben dikwijls een nogal pejoratieve bijklank.

http://home.planetinternet.be/~sintlod9/baluba/baluba_inhoud.htm

Guibault wijst er op dat dit creolisatieproces in een koloniale context misschien pejoratieve connotaties meekreeg, maar in de huidige commerciële context bij bijvoorbeeld de lokale Caribische bevolking als een positief teken fungeert van gezondheid, groei en een open houding naar de wereld.

http://users.belgacom.net/bn099756/bestanden/thesis.htm

pejoratief 2.0

ongunstig oordelend; negatief; afkeurend

Algemene voorbeelden


Het Vlaamse actiecomité ziet Discordia niet als een model, maar als een toetssteen. De groep wordt omschreven als een repertoiregezelschap pur sang, dat een ondubbelzinnig spoor doorheen de levende toneelpraktijk trekt. Auteur: Geert Van der Speeten: "Men moet de budgetsector niet altijd zo pejoratief bekijken, als zijnde een grote last. Er moet veel veranderen, dat is duidelijk. We gaan daar hard moeten aan werken."

De Standaard,

B - Als zelfstandig naamwoord

pejoratief 1.0

(taal en taalkunde)

woord of uitdrukking met een ongunstige betekenis; woord dat of uitdrukking die onaangename associaties oproept; woord waarmee iets in een ongunstig, weinig flatterend daglicht wordt geplaatst; woord of uitdrukking met een negatieve connotatie; ongunstige benaming

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een pejoratief…

is een woord of uitdrukking; is een taaleenheid

  • [Onstoffelijke eigenschap algemeen] houdt een ongunstig oordeel in over het aangeduide

    Algemene voorbeelden


    De beroemde kinderarts, Dr. Benjamin Spock, wanhoopt in A Better World For Our Children aan het ouderschap van de babyboomgeneratie, wier opvoeding hij met zijn boeken heeft begeleid. De neo-Marxistische schrijfster Elisabeth Fox Genovese werkt aan een boek over de gevolgen van de algemene kinderverwaarlozing: The Children's Revolt. De uitdrukking juvenile, Amerikaans voor 'jongere', is een pejoratief geworden voor gebruik op de politieradio. Tussen 1985 en 1992 is het aantal moorden door blanke jongens tussen 14 en 17 jaar verdubbeld.

    NRC,