raffelen


raffelen 1.0

vlug en eentonig spreken, zonder de klank en de betekenis van de woorden goed tot hun recht te laten komen

Semagram (extra betekenisinformatie)


Raffelen…

is een activiteit

      Algemene voorbeelden


      Noodzakelijke, maar helaas niet voldoende voorwaarden voor een goed college zijn: (1) dat er in je gehoor minstens één persoon zit die je aardig vindt, althans kent [...]; (3) dat minstens één ding dat je beweert niet waar is; (4) dat er geen klok tegenover je is, zodat je niet gaat raffelen of tijd rekken [...]; (7) dat je één ding vertelt waar je zelf om moet lachen; (8) dat er uit je gehoor één volzin komt [...]; (12) dat het buiten geen prachtig voorjaarsweer is.

      ...honderd. Ik kom, Piet Grijs,

      Woordfamilie


      Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen


      raffelen 1.1

      iets raffelend zeggen

      Combinatiemogelijkheden


      met directe rede


      Ze leerde ons wel een gebedje dat voor het eten in stilte opgezegd moest worden, want bidden voor het eten hoort zo. De tekst was: 'Here, zegen deze spijze, amen.' Ze verzuimde uit te leggen wat dat precies betekende, zodat ik jaren lang driemaal daags voor mezelf heen raffelde: 'Heren, zeeg en deze spijzenamen.'

      De dronken kanarie, Jan Gerhard Toonder,

      Woordfamilie


      Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen