riem


A - lange smalle band

riem 1.0

(verouderend)

gordel of band die dient om iets of iemand mee vast te maken, om rondom iets of iemand te binden of om iets of iemand aan te bevestigen of vast te maken

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een riem…

is een gordel; is een voorwerp

  • [Geheel] zit soms aan iets vast, bijvoorbeeld aan een tas of een koffer
  • [Functie] dient om iets of iemand mee vast te maken of mee vast te binden of om rondom iets of iemand te binden of om iets of iemand aan te bevestigen of vast te maken

    Algemene voorbeelden


    Zet een zuurstofcilinder zodanig neer dat deze niet kan omvallen en bevestig de cilinder met een riem of ketting aan een vast punt.

    http://www.brwalphen.com/default.htm

    Hij had een laptopkoffer bij zich, met de riem over zijn rechterschouder.

    Crisis four, Andy McNab,

    Oude mannen met vet haar, in donkerblauwe of bruine winterjassen, op verantwoorde voorgevormde wandelschoenen, een enkeling droeg een paraplu aan zijn pols of een schoolboekentas aan een riem om de schouder.

    Mensen met een hobby, Désanne van Brederode,

    Combinatiemogelijkheden


    als object bij een werkwoord


    • riemen losgespen
    • riemen losmaken

    Hij stond op en zonder iets te zeggen boog hij zich naar het valies dat naast Kees op de bank was blijven staan sinds hij de vellen bladmuziek weer terug had gestopt. De man gespte de riemen los en pakte de bruine deken weg.

    't Is zo weer nacht, Joyce Roodnat,

    Ik maakte de riemen los, en trok hem van de brancard.

    De droogte, Herman Brusselmans,

    met adjectief ervoor


    • een korte riem
    • een lange riem
    • een lederen riem
    • een leren riem
    • leren riemen

    Jan en ik zijn bezig een te korte riem om een rol dekens te snoeren, als een bom het huis treft.

    Het pistool van de rekening, Jan Willem Holsbergen,

    En weg is zij, met haar rode broek, de sleuteltjes zwierend aan haar hand, een witte tas aan een lange riem over de schouder.

    Gras, Clem Schouwenaars,

    Zij drongen binnen, oudleerlingen van vader, een beetje verlegen om hun eigen lef, maar sterkte puttend uit hun machinegeweer dat ze aan een lederen riem slordig over hun schouder droegen en dat ze amper op vader konden richten.

    De lange geboorte, Lut Ureel,

    Hij (de jager) had een hoedje op en om zijn schouders hing een leren riem waaraan een grote leren tas hing.

    Calvados, Elvis Peeters,

    Als het zo met haar voortging, zou hij haar moeten vastbinden als hij het huis uit ging. Haar twee luiers over elkaar aantrekken, en dan met leren riemen vastbinden aan het bed.

    Alle verhalen, Kristien Hemmerechts,

    met voorzetselgroep


    Voorzetsel: om

    • riemen om de polsen

    Niemand heeft het haar verteld van het schuim op haar lippen en de riemen om haar polsen, haar enkels en haar middel. Ze herinnert zich niets van wat iedereen kies haar crisis noemt.

    Alle verhalen, Kristien Hemmerechts,

    • een riem om de hals
    • een riem om de nek
    • een riem om de schouder

    Portatief ('draagbaar') is de naam van het allerkleinste orgeltje dat, aan een riem om de hals gedragen, in de Middeleeuwen meegevoerd werd in processies, ter begeleiding van de processieliederen.

    http://users.pandora.be/dirk.viaene/orgel.htm#Het%20oudste%20orgel%20ter%20wereld,

    Op het strand krijg je koffie, popcorn en donuts aangeboden door verkopers, die al die etenswaar in grote manden aan een riem om hun nek dragen.

    http://krant.telegraaf.nl/krant/enverder/venster/reizen/reis.Frankrijk/reis.970104lagrandemotte.html,

    Bij de Flymo wordt de zak onderaan het apparaat geklikt, de Gardena is uitgerust met een losse zak die met een flexibele slang aan het apparaat wordt verbonden en die met een riem om de schouder moet worden gedragen.

    NRC,

    Voorzetsel: over

    • een riem over de schouder
    • een riem over een schouder

    Ze bleef staan om haar reistas omhoog te zeulen en trok de riem over haar schouder weer op zijn plaats.

    Over de grens, Chaja Polak,

    in voorzetselgroep


    • met riemen vastbinden
    • met riemen aansnoeren

    Vanaf zes uur in de avond slaapt ze in een bed waarin ze ook al met riemen ligt vastgebonden.

    De kleine blonde dood, Boudewijn Büch,

    De politiemannen hadden koffers en tassen met riemen aan hun schouders gesnoerd, droegen in de ene hand een aktetas, met de andere het geweer.

    De Hunnen. Dl. 2: Bevrijding, Jan Cremer,

    met ander, nevengeschikt substantief


    • riemen en gespen

    Een gait-trainer is uitgerust met riemen en gespen, opnieuw voor fixatie van bij voorbeeld romp, armen en benen.

    De Standaard,

    Vaste verbindingen


    iemand een hart onder de riem steken

    iemand een riem onder het hart steken

    Woordfamilie


    Als deel van een afleiding


    Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen


    Als linkerlid in samenstellingen en samenkoppelingen


    riem 2.0

    afbeelding

    Bron: Evan-Amos
    ( Publiek domein )

    smalle, lange band, vaak gemaakt van leer, die over een kledingstuk heen, meestal een broek, om het middel wordt gedragen om het kledingstuk aan te snoeren

    Betekenisbetrekking


    specialisering
    Betrokken betekenissen 1.0 : 2.0

    Semagram (extra betekenisinformatie)


    Een riem…

    is een band; is een voorwerp

    • [Vorm] is meestal lintvormig en variabel in breedte, maar in verhouding tot de lengte smal
    • [Deel] bestaat uit een lange, smalle strook, meestal met een aantal gaten erin, met daaraan een sluiting, vaak een gesp die bestaat uit een beugel en een tong, om de riem af te stellen in de riemgaten
    • [Materiaal] is vaak gemaakt van leer
    • [Functie] dient om een kledingstuk op, omhoog of op zijn plaats te houden of wordt uit modieuze overwegingen gedragen; wordt gebruikt om een kledingstuk in het middel aan te snoeren
    • [Gebruikswijze] wordt om het middel over de kleding heen gedragen, meestal om een broek heen

    Combinatiemogelijkheden


    als object bij een werkwoord


    • een riem dichtdoen
    • een riem dichtsnoeren
    • een riem losknopen
    • een riem losmaken
    • een riem vastmaken

    Ik doe de riem dicht op gaatje drie.

    Marie-Paule, Frank Deruyck,

    Terwijl hij zijn riem dichtsnoert stelt hij tevreden vast dat hij niet is aangekomen.

    Liefdesdood, Oscar van den Boogaard,

    De kamerjas beknelde me. Ik knoopte de riem los.

    Sluitertijd, Erwin Mortier,

    De inquisiteur maakte zijn riem los en trok zijn hemd uit.

    Je moet niet denken dat ik altijd bij je blijf, Hans Münstermann,

    Een uur later kwam Asja weer terug. 'Weten jullie het al?' 'Wat?' 'Het Maagdenhuis is bezet.' Terwijl de inquisiteur zijn riem weer vastmaakte, spraken ze met snelle, opgewonden kreten over dit nieuws.

    Je moet niet denken dat ik altijd bij je blijf, Hans Münstermann,

    met adjectief ervoor


    • een brede riem
    • een krokodillenleren riem
    • een leren riem
    • lederen riemen

    De Sumatraanse gids stapt uit, loopt gedecideerd een barak in en komt er even later uit met een arbeider die om zijn korte broek een brede riem heeft waaraan een mandje boven zijn billen zit.

    De kus, Jan Wolkers,

    Nu ik die krokodillenleren riem ging kopen kon een tweede cappuccino er ook nog wel bij.

    Fantoompijn, Arnon Grunberg,

    Een leren riem verbindt zijn nek met de boomstam.

    http://www.avontuurlijkereizen.nl/

    Vooral bij Dolce en Gabbana, Armani en Gucci was het al schaapsjassen, grove truien, zware lederen riemen en werkmanspetten wat de klok sloeg.

    De Morgen,

    met adjectivisch voltooid deelwoord


    • een gevlochten riem

    Een gevlochten riem zwiepte op haar heup, de sluier verborg haar achterhoofd.

    Alles over Tristan, Tommy Wieringa,

    met voorzetselgroep


    Voorzetsel: met

    • een riem met scherpe punten
    • een riem met stalen punten

    De boetegordel is een riem met scherpe punten die nauw rond de spieren wordt aangespannen.

    De Standaard,

    We zullen de lederen broek, de riem met de stalen punten, en misschien ook het zweepje wel vinden.

    NRC,

    Voorzetsel: om

    • een riem om een middel
    • een riem om het middel

    En zichzelf zag ze, haar benen in de zwarte broek, haar schoenen, de riem om haar middel, en vanuit haar ooghoeken Henri's achterhoofd en zijn gekromde rug.

    Hokwerda's kind, Oek de Jong,

    Voorzetsel: rond

    • een riem rond het middel

    Ze sloeg haar handen ineen ter hoogte van de leren riem rond haar middel.

    Alles over Tristan, Tommy Wieringa,

    Voorzetsel: van

    • een riem van een broek

    Hij grinnikt breed terug en bevestigt een ketting aan mijn collar, het andere uiteinde aan de riem van zijn broek.

    http://www.amsterwitched.nl/

    in voorzetselgroep


    • een gesp van een riem

    Dat de gesp van de riem akelig in mijn rug prikte en een wond veroorzaakte die pas drie weken later zou genezen, deerde me niets.

    Gstaad 95-98, Marek van der Jagt,

    • aan een riem sjorren

    Ik zag tot mijn schrik dat mijn vader niet alleen zijn schoenen had uitgedaan, maar nu ook bezig was zijn broek uit te trekken. Het ging hem niet gemakkelijk af. Hij steunde op zijn ellebogen en sjorde aan de riem.

    Eten met Emma, Herman Koch,

    • iets aan een riem dragen
    • iets aan een riem hangen

    Hij ziet eruit als een bouwvakker, draagt een spijkerbroek en een grote bos met sleutels aan zijn riem.

    De verpletterende werkelijkheid en andere verhalen, J.M.A. Biesheuvel,

    Pas nu ziet Aisa dat hij ook tangen en messen aan zijn riem heeft hangen.

    Dossier vrouwenhandel, Ed van Eeden,

    • (iemand) met een riem afranselen
    • (iemand) met een riem slaan

    Vrouwen die met de riem werden afgeranseld, zouden het er wel naar hebben gemaakt.

    De Hunnen. Dl. 3: Vrede, Jan Cremer,

    Toen hij me met zijn riem sloeg, zodat de gesp in mijn huid sneed, deed het niet eens zo'n pijn.

    Bezeten van mij, Nicci French,

    met ander, nevengeschikt substantief


    • riemen en knuppels
    • riem en schoenen

    Kikkeren, opspringen - hurken! Wie had durven klagen over de behandeling in Scholten kreeg slaag met riemen en knuppels, daarna de straf op de plank.

    De Hunnen. Dl. 3: Vrede, Jan Cremer,

    Hij verruilt zijn lichte kostuum voor zijn eigen outfit – zwart, van top tot teen, riem en schoenen incluis.

    Berichten uit Maanzaad Stad, Abdelkader Benali,

    Vaste verbindingen


    Woordfamilie


    Als deel van een afleiding


    Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen


    Als linkerlid in samenstellingen en samenkoppelingen


    riem 3.0

    afbeelding

    Bron: Erbean
    ( Publiek domein )

    smalle, lange band, vaak gemaakt van leer, die met een lus om de nek van een dier, vaak een hond, wordt bevestigd, om het dier aan vast te houden, bijvoorbeeld om het dier uit te laten, of ergens aan vast te zetten

    Betekenisbetrekking


    specialisering
    Betrokken betekenissen 1.0 : 3.0

    Semagram (extra betekenisinformatie)


    Een riem…

    is een band; is een voorwerp

    • [Vorm] is meestal lintvormig en variabel in breedte, maar in verhouding tot de lengte smal
    • [Deel] bestaat meestal uit een lange strook of een lang lint, vaak een handvat en heeft meestal een lus om het hoofd van het dier door te steken
    • [Materiaal] is vaak gemaakt van leer
    • [Functie] wordt gebruikt om een dier mee of aan vast te houden of mee vast te zetten
    • [Gebruikswijze] wordt met een lus om de nek van het dier gedaan
    • [Object betroffen] is bestemd voor dieren, meestal honden

    Algemene voorbeelden


    Eerst maar met de hond naar buiten. Ik had tenslotte mijn jas, mijn schoenen nog aan. Ik haalde de riem uit de keuken en Rekel kwam wankel overeind.

    De man op de Middenweg, Koos van Zomeren,

    Als een schicht komt hij op me af, zet zich vlak voor me schrap. Hij schudt zijn kop. Een dikke speekseldraad windt zich om zijn snuit. Ik trek de riem uit mijn jaszak. Ik haal het uiteinde door de leren lus. Ik doe de strop om de nek van de hond en trek hem voorzichtig aan.

    De open plek; Verwoesting, Willem Janssen Steenberg,

    Combinatiemogelijkheden


    met adjectief ervoor


    • een lange riem
    • een leren riem

    Ze trekt het spartelende hondje aan zijn lange riem en haalt hem in alsof het een snoek is.

    NRC,

    De traditionele manier om zwangere fokzeugen te houden is het aanbinden van de dieren. Met een leren riem, of een ketting zitten ze vastgeketend aan de vloer, zodat ze niet voor- of achteruit kunnen bewegen.

    http://www.varkensinnood.nl/

    met voorzetselgroep


    Voorzetsel: van

    • een riem van een hond

    Ik pak de riem van de hond. Van het rennen is de zaak tussen zijn poten verward geraakt. Hij tilt nooit de goeie poot op. Je moet hem altijd eerst omvertrekken.

    De hoed van de dood, Kees Simhoffer,

    in voorzetselgroep


    • aan de riem rukken
    • aan de riem trekken
    • aan een riem rukken
    • aan een riem trekken
    • (een hond) aan de riem doen
    • (een hond) aan de riem hebben
    • (een hond) aan een riem doen
    • (een hond) aan een riem hebben
    • honden aan riemen

    De hond gaat staan blaffen, hij rukt aan zijn riem.

    NRC,

    Indien noodzakelijk moet u ongewenst gedrag zoals trekken aan de riem corrigeren.

    http://www.dobey.nl/

    Uiteindelijk doe ik de hond aan de riem. Ik stap naar buiten, trek de deur achter me dicht en besef op hetzelfde moment dat ik de sleutel niet bij me heb.

    NRC,

    Uit het struikgewas kwam Bonkie, de hond, tevoorschijn en schoot, vlak voor een enorme vrachtauto, de weg over [...]. Hij haalde het nét. Nu verscheen Jan, glimlachend als steeds. "Waarom had je hem niet aan de riem, idioot?" schreeuwde Annie.

    Welverdiende onrust, Simon Carmiggelt,

    Kunstjes doen ze niet, er is maar een werkelijkheid en dat is die van deze honden aan hun riemen.

    NRC,

    Woordfamilie


    Als deel van een afleiding


    Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen


    Als linkerlid in samenstellingen en samenkoppelingen


    riem 4.0

    afbeelding

    Bron: Gerdbrendel at the English language Wikipedia
    ( CC BY-SA 3.0 )

    veiligheidsgordel in een vervoermiddel, meestal in een auto of een vliegtuig

    Semagram (extra betekenisinformatie)


    Een riem…

    is een veiligheidsgordel; is een gordel; is een voorwerp

    • [Deel] bestaat meestal uit een of meer lange, in verhouding smalle stroken en wordt vastgemaakt door middel van een, vaak metalen, sluiting
    • [Materiaal] is vaak gemaakt van een stevige kunststof
    • [Functie] wordt gebruikt om iemand veilig mee vast te maken in een vervoermiddel; wordt gebruikt uit veiligheidsoverwegingen
    • [Gebruikswijze] loopt in een auto meestal over een schouder en de borst en sluit voor het middel langs en sluit in een vliegtuig meestal horizontaal over het middel heen

    Algemene voorbeelden


    Zonder overgang valt de versnellingsdruk weg [...]. - Baan bereikt. Riemen los, weerklinkt de stem van de piloot. - Als ik iemand zie zonder magnetisch schoeisel, dan gooi ik hem de luchtsluis uit! dreigt de Plusser.

    Het diepe water, Julien Van Remoortere,

    Het tuig kan ook worden bevestigd door de riem (vaste autogordel) van de achterbank door een lus aan het uiteinde van het Clix Care Safe Tuig te halen.

    http://www.medpets.nl/clix+autogordel/

    Combinatiemogelijkheden


    als object bij een werkwoord


    • een riem losmaken
    • een riem omdoen
    • een riem vastmaken

    De auto drijft snel af. Bas rent parallel aan de nog drijvende auto op de Maasdijk in Smeermaas. Roept zijn buurvrouw nog instructies toe: "doe de deur open, maak je riem los." "Ik kom er niet uit," roept ze een paar keer. Ter hoogte van het witte peilhuisje aan de Maasdijk verdwijnt de auto onder water.

    De Limburger,

    Ze deed geen moeite om met me te praten, maar vroeg alleen aan het begin van de rit of ik mijn riem wilde omdoen, en daar was ik blij om.

    Bezeten van mij, Nicci French,

    Arthur zag er verschrikkelijk uit, het bloed stond in zijn boordje en Agnes begon zijn gezicht met haar zijden sjaal te deppen, maakte zijn riem vast en startte de motor.

    Niet doen Agnes, Peter van Straaten,

    Woordfamilie


    Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen


    riem 5.0

    smalle band of rand ergens in of van zaken die naast elkaar in vorm op een riem lijken; rand die de vorm van een riem heeft; rand die in vorm op een riem lijkt
    Alleen in een aantal samenstellingen.

    Betekenisbetrekking


    metafoor
    Betrokken betekenissen 1.0 : 5.0

    Semagram (extra betekenisinformatie)


    Een riem…

    is een rand

    • [Vorm] is meestal langwerpig en smal van vorm
    • [Gelijkenis] lijkt in vorm op een riem

      Woordfamilie


      Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen


      B - roeispaan

      riem 1.0

      afbeelding

      Bron: OpenClips
      ( Publiek domein )

      werktuig waarmee men sloepen, boten en kleine lichte zeilvaartuigen in beweging brengt, die bestaat uit een lange schacht of een steel die aan het einde meestal uitloopt in een lang en plat blad; werktuig om mee te roeien; roeispaan, roeiriem

      Semagram (extra betekenisinformatie)


      Een riem…

      is een werktuig; is een voorwerp

      • [Deel] bestaat uit een lange schacht of een steel met aan het uiteinde meestal uitloopt in een lang en plat blad
      • [Materiaal] was vroeger vaak gemaakt van hout, en nu van hout of van een harde kunststof
      • [Functie] wordt gebruikt om mee te roeien; wordt gebruikt om een boot mee in beweging te brengen

        Algemene voorbeelden


        Traditioneel zijn de riemen van hout gemaakt.

        http://www.mijnlieff.nl/sport/roeien/basiscoachboek.pdf,

        Allereerst vorm je je een indruk van de gehele ploeg: ritme, gelijkheid, haallengte. Om dat goed te kunnen zien kijk je bijvoorbeeld alleen naar de hoofden van de roeiers, de riemen, of het glijden. Alles moet precies gelijk gaan, dus ook de beweging van de hoofden en de ruimte daartussen.

        http://www.mijnlieff.nl/sport/roeien/basiscoachboek.pdf,

        Dat had ze ook wel willen doen: zo'n boot helemaal droogwrijven tot hij glansde, en dan de boot op zijn plaats leggen in een van de stellingen aan de muur, en zo ook de riemen, alles op zijn plaats.

        Hokwerda's kind, Oek de Jong,

        Combinatiemogelijkheden


        als object bij een werkwoord


        • (de) riemen loslaten
        • (de) riemen losmaken

        En toen liet hij de riemen los en sprongen we van de boot af.

        De gelukkige, Mensje van Keulen,

        De jongens maken de riemen los en gaan voorzichtig rechtop zitten. Hun bewegingen zijn volkomen onwerkelijk, alsof ze zich onder water voortbewegen.

        Het diepe water, Julien Van Remoortere,

        met adjectief ervoor


        • houten riemen
        • kunststof riemen

        Traditioneel zijn de riemen van hout gemaakt. De laatste jaren worden ze echter verdrongen door kunststof riemen: alleen de competitievloot heeft nog houten riemen.

        http://www.mijnlieff.nl/sport/roeien/basiscoachboek.pdf,

        met voorzetselgroep


        Voorzetsel: van

        • de riemen van een boot

        De beweging van de trilhaartjes is te vergelijken met die van de riemen van een boot: een snelle, voortstuwende opwaartse beweging, gevolgd door een langzame neerwaartse terugkeer.

        http://www.olympic.be/NL/pub/olhartnl/hn1.htm,

        in voorzetselgroep


        • hangen aan de riemen
        • trekken aan de riemen

        Om de Drakars hun verschrikkelijk uiterlijk extra te benadrukken worden de rood witte zeilen gehesen en gaan de mannen extra aan de riemen hangen om de snelheid van hun schip te verhogen.

        http://www.lplg.nl/special/feniks_viking.htm

        Het onderhoud van het materiaal, de training tot matroos, varen met de wind op kop, stroomopwaarts trekken aan de riemen, zo leren zeescouts en -gidsen zelfstandig doorzetten en verantwoordelijkheid opnemen.

        http://www.scoutsshop.be/kos/index.asp

        Vaste verbindingen


        Woordfamilie


        Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen


        Als linkerlid in samenstellingen en samenkoppelingen


        C - hoeveelheid papier

        riem 1.0

        (verouderend)

        hoeveelheid papier, meestal 500 bladen; hoeveelheid van 20 boek papier
        Is de benaming van een oude handelsmaat en wordt alleen nog gebruikt in enkele combinaties.

        Semagram (extra betekenisinformatie)


        Een riem…

        is een hoeveelheid

        • [Aantal of hoeveelheid] is een hoeveelheid papier, in Nederland meestal 500 vellen en in Engeland meestal 480 vellen; is twintig boek papier, waarbij een boek 25 of 24 vellen is

          Combinatiemogelijkheden


          met substantief erachter


          • een riem papier
          • riemen (geschept) papier

          Het recept hoe je goud kunt maken door een riem papier vol te schrijven, is mevrouw Rowling al aan de weet gekomen.

          De Standaard,

          Papa en Raspe kwamen langs en sjouwden met riemen papier.

          Het verdriet van België, Hugo Claus,

          Ook heeft men hem nog de groeten van mij gedaan en hem kunnen meedelen hoeveel riem geschept papier van kostbare kwaliteit ik heb kunnen confisqueren.

          Gesprekken in huizen aan zee, Willem Brakman,