vereelten


vereelten 1.0

( Gezegd van handen, tenen, voetzolen)
met eelt bedekt raken; een eeltlaag krijgen; eeltig worden

Algemene voorbeelden


Hij geeft haar al zijn munten. Met een haast schurend geluid, zo vereelt zijn haar handen, stopt zij ze in de kleine buidel die ze tegen haar borst geklemd houdt en mompelt een paar woorden.

Labyrint, Fleur Bourgonje,

Tot grote ergernis van mijn vader liep mijn moeder in huis en op het erf op dunne Chinese slofjes. 'Dan kan je net zo goed op blote voeten lopen,' zei hij. 'Je loopt er meer naast dan op.' En dat laatste was waar. Haar grote tenen leverden het bewijs, ze waren breed geworden en vereelt, door de constante aanraking met de ruwe stenen.

Mevrouw mijn moeder, Yvonne Keuls,

Combinatiemogelijkheden


met subject


  • handpalmen
  • voetzolen

De gehele hoofdhuid is schilferig en de handpalmen en voetzolen vereelten met een oranjegele kleur, eventueel met kloven.

https://books.google.nl/books?id=siLTWAagwFkC&pg=PA152&lpg=PA152&dq=%22voetzolen+vereelten%22&source=bl&ots=2bPS6bqXba&sig=ACfU3U1N0Pu6_rgHpVYMiHG4995wiJXVZg&hl=nl&sa=X&ved=2ahUKEwiYy7GqqqTzAhWnMewKHTdDAU0Q6AF6BAgIEAM#v=onepage&q=%22voetzolen%20vereelten%22&f=false,

voltooid deelwoord als adjectief gebruikt


  • vereelte voeten
  • vereelte voetzolen

Literatuur in boeken, tot daar toe, lyrisch gekweel in ergerlijke eetgelegenheden, da's om rachitis, ischias, hepatitis B en bewegingsremmende reuma van te krijgen voor je tweemaal adem hebt gehaald zonder daarbij je vereelte voeten te hebben gebruikt maar wel je rechtse en eventueel ook linkse long.

http://www.schamper.rug.ac.be/schamper382/382-column-literatuur.phtml

Hij vindt een overhangende rotsrand en gebruikt als rugsteun zijn slaapzak, die naar vlees stinkt, een baken voor duivels en andere nachtburgers. Terwijl hij ertegenaan gevlijd ligt, brengt hij zijn handen omlaag en trekt zijn bergschoenen uit, bevrijdt zijn vereelte voeten.

Het tijgerspoor, Julia Leigh,

Een jonge vrouw als zij moest zich niet hoeven afbeulen, maar bediend worden en baden in weelde. Hij zag haar zwart verkleurde en vereelte voeten, en het lange gewaad dat ze droeg en dat te groot voor haar was.

Minnares van de duivel, Naima el Bezaz,

Het pad lag vol kleine rotssplinters, maar haar vereelte voetzolen hadden geen last van de scherpe punten.

Minnares van de duivel, Naima el Bezaz,

Woordfamilie


Als deel van een afleiding


vereelten 2.0

( Gezegd van personen, hun geest of ziel, of van wat daarin postvat)
als het ware van een eeltlaag voorzien worden; ongevoelig worden voor iets; verharden
Voorbeelden van figuurlijk, overgankelijk gebruik met betrekking tot de geest, ziel e.d. zijn in ons corpus niet meer aangetroffen.

Betekenisbetrekking


metafoor
Betrokken betekenissen 1.0 : 2.0

Algemene voorbeelden


De kinderen van mijn broer zijn verontwaardigd. Ze hebben gezegd dat de vacht van pluizen die op Neerland daalde niet van de linden kwam, zoals ik schreef, maar van de wilgen. Op slag gaf ik het toe, door de klinker had ik mij vergist. Maar is het leed daarmee geleden? De aanloop tot hun verontwaardiging had te veel vaart verzameld om met een sisser af te kunnen lopen. God, kinderen, zeg ik, waar winden jullie je over op, wilgen zijn net zo weinig de oorzaak als linden. Maar hun ziel is nog niet zo vereelt als de mijne door drukfouten en interviews raakte.

Twee eendjes en wat brood, Renate Rubinstein,

Massimo's verdriet vereeltte, verhardde tot het wegzonk en bleef liggen op de bodem van zijn ziel, als een ouwe bunker in een vergeten stuk bos.

Henry; Snelle schets van het dagelijks leven op het einde van de twintigste eeuw, Peter De Graef,

Ik vroeg: 'Hoe bedoel je, Jacob: jammer dat mijn auto kapot is en wij er nu niet mee wegkunnen?' 'Zo vereelt ben je toch niet, dat je dat niet begrijpt?' [...]. Hij werd oud, - dat wil zeggen: opeens was hij oud geworden.

Winterlicht. Een vergeetboek, Jeroen Brouwers,

Combinatiemogelijkheden


met voorzetselgroep


Voorzetsel: tot

  • zich vereelten tot (iets)

De Van Kessenichs konden zich nogal wat veroorloven, wie zou hun immers een lesje moeten leren dat zij al in de late Middeleeuwen geleerd hadden en dat zich in hun geheugen vereelt had tot een vorm van arrogantie die alleen hen kon raken die er zelf maar al te graag over beschikt hadden?

Het overspelige gras, Louis Ferron,

voltooid deelwoord als adjectief gebruikt


  • het vereelte verdriet

De sterkste passage is zijn beschrijving van de ontmoeting, na vijfenvijftig jaar, met de 90-jarige moeder van Jimmie. Het vereelte verdriet en de onwaarschijnlijke schroom van die twee zijn pakkend.

De Standaard,