winterkost


winterkost 1.0

voedsel dat bestemd is om in de winter gegeten te worden of vooral dan wordt geserveerd; kost die hoort bij de winter

Semagram (extra betekenisinformatie)


Winterkost…

is voedsel

  • [Ingrediënt] bestaat vaak uit zwaardere en vettere ingrediënten
  • [Tijd] wordt in de winter genuttigd of geserveerd

    Hoofdsemagram: kost


    Algemene voorbeelden


    Op krachten komen met een beker warme chocolademelk, een stuk gevuld krentenbrood of zilveruitjes met uitgebakken spekjes. Winterkost bij uitstek.

    Meppeler Courant,

    Voor de ecologisch bewuste liefhebber is een aanplanting van wilde bessen dus zeker een must. Al geven ze meestal kleinere vruchten, hun voedingswaarde is naar verhouding groot. De rozenbottel bezit 60 keer meer vitamine C dan citroen. Een uitstekende winterkost dus, die verwerkt kan worden tot jam, moes of wijn.

    De Standaard,

    Combinatiemogelijkheden


    met adjectief ervoor


    • zware winterkost
    • vaste winterkost

    Zo was het eeuwen en eeuwen een goede gewoonte om in maart een vastenkuur te houden, met als bedoeling het lichaam te ontdoen van al die vele stofwisselingsresten die ten gevolge van dikwijls zware en vaste winterkost in het lichaam werden opgeslagen.

    http://www.natuurlijk-welzijn.org/artikel/Berk133.html