witje


witje 1.0

vlinder waarvan de vleugels wit zijn, soms met donkere randen of aders en waarvan de rupsen vaak op allerhande soorten koolplanten te vinden zijn

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een witje…

is een vlinder; is een insect; is een dier

  • [Afmeting] heeft meestal vleugels met een spanwijdte van ongeveer 5 cm
  • [Kleur] heeft witte vleugels, soms met donkere of gele randen of met donkere aders
  • [Voortplanting] legt eieren op o.a. koolsoorten
  • [Tijd] vliegt van de lente tot de herfst
  • [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] is een dagvlinder
  • [Gedrag] eet als rups koolbladeren
  • [Waardering] wordt beschouwd als de meest gewone en als een weinig opvallende vlinder; wordt niet gewaardeerd als rups door schade aan koolbladeren
  • [Verscheidenheid] komt voor in meer dan 1000 soorten, waaronder het groot geaderd witje, het klein geaderd witje, het groot koolwitje en het klein koolwitje

Rijk Animalia; Dieren
Stam Arthropoda; Geleedpotigen
Klasse Insecta; Insecten
Orde Lepidoptera; Vlinders
Familie Pieridae

Algemene voorbeelden


Dat bracht het aantal dagvlindersoorten op zeven, merkwaardig genoeg waren daar geen witjes bij.

http://zwalmvallei.be/reservaten/uilenbroek-activiteiten.html,

Dat zijn de witjes (waaronder het Koolwitje), het Boomblauwtje, het Oranjetipje en het Landkaartje.

NRC,

Vaste verbindingen


Woordfamilie


Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen


witje 2.0

klein wit voorwerp
Alleen als ellips voor een constructie met het adjectief wit en een weggelaten substantief in de diminutiefvorm.

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een witje…

is een voorwerp

  • [Afmeting] is klein
  • [Kleur] is wit

    Algemene voorbeelden


    "Heb je nog iets nieuws ingekocht?", vraagt een rijzige blonde vrouw bij de deur. Hanneke wenkt haar met een klein wijsvingertje binnen en leidt de blondine naar een paar witte, zachtleren veterschoenen van Lola Pagola. "Ik heb aan je gedacht", fluistert ze. De vrouw is verrukt van 'de witjes' en gaat meteen overstag.

    NRC,

    'Ik passeer hier juist toevallig en 'k dacht misschien zijn mijn schoenen al gereed, ik kan toch eens gaan horen...' [...] 'Ik zal eens voor u kijken, madame.' Ik wist goed genoeg dat ze op het uitgaand rek klaar stonden, alle drie netjes naast elkaar [...]. 'Welke waren dat ook weer?' [...]. Ze fronste haar wenkbrauwtjes onder de belachelijke hoed en tuitte haar geverfde lippen. 'Eh... witjes, groentjes en een paartje zalmkleurige.'

    Koud, Geertrui Daem,

    Zijn vrienden die hem de koe hadden geleend, vroegen haar niet terug, maar hij gaf hun een blanco krediet om zo veel 'witjes', zoals eieren daar preuts heetten, mee te nemen als ze maar wilden.

    De grens van glas, Carlos Fuentes,