beroepscriticus


beroepscriticus 1.0

iemand die zich voor zijn beroep bezighoudt met het beoordelen van de kwaliteit en waarde van iets, veelal van een kunstuiting of een andere artistieke creatie of een wetenschappelijke prestatie of benadering; iemand die voor zijn beroep criticus is

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een beroepscriticus…

is een criticus; is een persoon

  • [Toepassingsgebied of bereik] beoordeelt en bekritiseert als beroep

    Algemene voorbeelden


    De televisie en de radio, de letterkunde, de muziek en iedereen die er zijn beroep van maakt, op een of andere manier in het openbaar op te treden, vindt van tijd tot tijd een beroepscriticus tegenover zich.

    Betrekkelijke kleinigheden, H.J.A. Hofland,

    De literaire kritiek onderging in de negentiende eeuw een metamorfose. In het begin van de eeuw was ze niet erg professioneel. Een recensie bestond meestal uit het navertellen van het verhaal en een beetje kritiek op de techniek. Met de oprichting van De Gids werden er echt eisen aan literaire kritiek gesteld. Later in de eeuw trad de eerste beroepscriticus aan, die een geweldige invloed kreeg: Conrad Busken Huet.

    http://www.literatuurgeschiedenis.nl/lg/19de/literatuurgeschiedenis/lg19010.html

    Deze liefde voor de cinema komt naar voren via vooral het personage Nicola, hartstochtelijk cinefiel die later in zijn carrière beroepscriticus en schrijver over films wordt.

    http://www.moviemeter.nl/film/18875

    Woordfamilie


    Als deel van een afleiding