hondje


hondje 1.0

hond die klein van gestalte is; hond die tot een klein ras behoort
De diminutiefvorm wordt niet alleen gebruikt om iets over de gestalte van de hond te zeggen, maar vaak ook om affectie voor het dier uit te drukken.

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een hondje…

is een hond; is een zoogdier; is een dier

  • [Afmeting] is eerder klein van gestalte
  • [Groep] behoort meestal tot een ras van kleine honden
  • [Waardering] wekt vaak vertedering op

    Algemene voorbeelden


    De moeilijkheid dat de omvang van het koninklijk huis nergens is vastgelegd, omzeilt hij dus sierlijk: wie het hondje van de koningin trapt, pleegt majesteitsschennis.

    ...honderd. Ik kom, Piet Grijs,

    Voor de verbetering van de maatschappij, de tuchtiging van de rijken en de redding van de misdeelden, wordt te onzent [...] gezorgd door de pastoor, de dominee, door Domela Nieuwenhuis [...] of Joop den Uyl. Niet door de graaf van Monte Cristo [...], Rocambole, Arsène Lupin, zelfs niet door Max Havelaar die geen hondje uit de woeste baren mag redden, zonder afgevallen te worden door z'n vrouw, als je G. Soeteman geloven mag.

    Ik draag geen helm met vederbos, W.F. Hermans,

    Na het verhaal over het hondje van Truman Capote dat niet mee mocht in het vliegtuig, de diverse moeilijk te verkrijgen merken whisky en sigaren die er door het uitgevershuis in huis moesten worden gehaald bij bezoeken van buitenlandse auteurs als Norman Mailer, Philip Roth en Samuel Demmer, kwam hij uiteindelijk bijna als vanzelf bij Jean-Paul Sartre en de wijngaardslakken terecht.

    Eten met Emma, Herman Koch,

    Combinatiemogelijkheden


    als object bij een werkwoord


    • een hondje aaien
    • een hondje borstelen
    • een hondje hebben
    • een hondje kopen
    • een hondje krijgen
    • een hondje loslaten
    • een hondje nemen
    • een hondje strelen
    • een hondje uitlaten
    • een hondje willen

    Men laat hondjes uit, groet buren. Hier wonen gelukkige mensen.

    http://www.groene.nl/1997/30/jn_maasvlakte.html,

    Bart keek recht in de ogen van een zwart-wit keffertje [...]. Verderop lag een man met een riek in zijn rug. Nadat hij het beurtelings warm en koud had gekregen; nadat hij zichzelf moed had ingesproken en het hondje afwezig over zijn kop had geaaid; nadat hij had vastgesteld dat de man zijn broer Peer was [...]; nadat hij een vreselijke, misselijkmakende aanval van angst had onderdrukt, nam hij zichzelf tenslotte in een ijzeren greep.

    De hangende man, Koos van Zomeren,

    Waarom hebben oude vrouwen een hondje en kopen ze zoveel potten chocopasta?

    Alle verhalen, Kristien Hemmerechts,

    als subject bij een werkwoord


    • aangelijnd zijn
    • aan iemand gehecht zijn
    • blaffen
    • de oren spitsen, grauwen
    • janken
    • keffen
    • kwispelstaarten
    • likken
    • snuffelen
    • springen
    • trippelen
    • verharen
    • zijn poot lichten

    Broeder Wijnhorst verscheen en broeder Warnaar volgde hem als een hondje dat aangelijnd is.

    Ouderlingenbezoek, Maarten 't Hart,

    Het hondje begon te janken. Het bibberde van angst.

    Verbroken zwijgen, J. Bernlef,

    Toen hij weer binnenkwam zag hij hoe het hondje zijn poot lichtte.

    Verbroken zwijgen, J. Bernlef,

    Een minuscuul hondje kwam aangelopen en bleef naar hen staan opkijken [...]. Het hondje kwispelstaartte.

    Verborgen schade, Aster Berkhof,

    Het hondje spitst de oren en keft heftig.

    Kras, Peter Terrin,

    Het hondje van zijn vader, zei hij, had nog gesnuffeld aan het hondje van prins Hendrik.

    Twee eendjes en wat brood, Renate Rubinstein,

    'We kunnen boven komen,' riep Mae achter de rug van een stokoude dame die een dwergpoedel droeg. 'We gaan, lieveling,' sprak ze tegen het beest [...]. Het hondje likte haar onstuimig in haar gezicht.

    Overspel, Mensje van Keulen,

    Het hondje springt tegen de witte flodderige broek van de man.

    Het verdriet van België, Hugo Claus,

    Ik zei tegen de boer dat ik het hondje wilde hebben. De boer bedankte me: "het is vervelend meneer, om een jonkie te verzuipen, maar het geld groeit mij ook niet op de rug.' Ik bleef een half uur zitten met het hondje en toen reeds had ik hem aan het kwispelen en likken [...]. Het hondje was al snel aan mij gehecht.

    De verpletterende werkelijkheid en andere verhalen, J.M.A. Biesheuvel,

    Emile keerde het lijk op zijn buik [...]. Paarse lijkvlekken dorsaal, dus niet verplaatst. De kerel werd door Leblanc in huis gelaten of overviel haar tijdens de slaap. Doodde hij eerst het hondje dat begon te blaffen? Kende hij het hondje zodat het niet blafte? Sliep Leblanc vast? Er waren geen slaappillen in huis.

    De Coltmoorden, Jef Geeraerts,

    Voor ons uit trippelde het hondje de vrijheid tegemoet.

    De kleine blonde dood, Boudewijn Büch,

    met adjectief ervoor


    • een aanvallig hondje
    • een braaf hondje
    • een dartel hondje
    • een gevlekt hondje
    • een harig hondje
    • een jong hondje
    • een klein hondje
    • een loops hondje
    • een minuscuul hondje
    • een piepklein hondje
    • een wit hondje
    • een worstvormig hondje
    • een ziek hondje
    • een zielig hondje
    • een zwart hondje

    Eddie Jordan holt hem na als een loops hondje.

    De Standaard,

    Mevrouw Ter Braake maakte nieuws, doordat zij steevast haar dartele hondje naar de vergaderingen in Ruinen meevoerde.

    Meppeler Courant,

    Even later verschijnt ze in de deuropening en waggelt ze de straat over, tamelijk lijvig, bejaard, traag ter been en in gezelschap van een vrolijk worstvormig hondje dat dansend en kaatsend om haar heen beweegt alsof het springveren bezit in plaats van korte pootjes.

    Hier komt nooit niemand niet, Jeroen Brouwers,

    Ondertussen leurt in de gangen een oude man met kammen en een meisje probeert een jong hondje te verkopen.

    NRC,

    Langzaam liep ze op de herdershond af. Maar die nam een loopje naar het kleine zwarte hondje. Meteen waren ze aan het vechten.

    De verpletterende werkelijkheid en andere verhalen, J.M.A. Biesheuvel,

    met adjectivisch tegenwoordig deelwoord


    • een blaffend hondje
    • een keffend hondje
    • een spartelend hondje

    Ik ben bang, nee, als de dood voor dat soort mensen, zoals kinderen soms van blaffende hondjes.

    De onderneming; Funs, of de mooiste dag van mijn leven; Nooit meer klagen, Christophe Vekeman,

    Behoor ik tot de 'keffende hondjes' over wie kameraad Tollenaere het had, hij de grote blaffer? Intussen vraag ik me af wie de andere slechte Vlamingen zijn, die op de lijst stonden.

    Verbannen in het vaderland, Karel Jonckheere,

    'Herr offizier, herr offizier!' riepen de boerenkinderen wervend, en hielden de kleine spartelende hondjes omhoog naar de voorbijrijdende vrachtauto's.

    De Hunnen. Dl. 2: Bevrijding, Jan Cremer,

    met voorzetselgroep


    • een hondje aan de leiband

    Een klein mannetje dat alleen leefde, heel vriendelijk was, nooit buiten het gezelschap van een hondje aan de leiband uitging en de kasseien uit de grond pochte over het vele geld dat hij bezat.

    Het blauwe meisje en de andere kleuren van de verschrikking, Greta Seghers,

    in voorzetselgroep


    • de dame met een hondje
    • een man met een hondje
    • wandelen met een hondje

    Op een avond had dat mens op het invallen van de duisternis zitten wachten om met haar hondje te gaan wandelen.

    De wekker, André Janssens,

    Een oude man met een hondje begint sneller te lopen, omdat hij Snetlage tegen zichzelf hoort praten.

    Dossier vrouwenhandel, Ed van Eeden,

    Vaste verbindingen


    Woordfamilie


    Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen


    Als linkerlid in samenstellingen en samenkoppelingen


    hondje 1.1

    voorstelling van een hondje door middel van een beeld, een foto, een tekening of een schilderij

    Betekenisbetrekking


    metonymie
    Betrokken betekenissen 1.0 : 1.1

    Semagram (extra betekenisinformatie)


    Een hondje…

    is een voorstelling

        Algemene voorbeelden


        Zo werd de Samsonade geboren: een limonade met 14 procent echt fruitsap, zonder bewaarmiddelen of kleurstoffen [...]. Toch is het niet zozeer de kwaliteit van de drank, dan wel de naambekendheid van het hondje op het etiket die borg staat voor het succes.

        De Standaard,

        Porseleinen pierrots, hondjes met roze strikken, speeldoosjes en dergelijke prullaria.

        NRC,

        Dit doekje is beslist door een heel jong meisje gemaakt: men kijke naar de man met de wijnkan, die tamelijk benard met zijn hoofd onder de poten van de duif staat. Maar ook al die vogeltjes, hondjes en hertjes door de hele lap heen duiden op een kinderlijke belangstelling.

        http://www.glerum.nl/catalogus/232/cat232e.htm

        Combinatiemogelijkheden


        met adjectief ervoor


        • een aardewerken hondje
        • een porseleinen hondje
        • een stenen hondje

        In een etalage stond vlak achter het glas een aardewerken hondje met kwieke oortjes dat in zijn voorpootjes een asbak droeg.

        De gelukkige, Mensje van Keulen,

        De waterput met het hengelende kaboutertje [...], de talloze tuinlampjes, het stenen hondje, allemaal zijn ze weg.

        De Standaard,

        Op de salontafel lagen her en der snuisterijen – een zilveren kaarsensnuiter, porseleinen hondjes en een harp spelend cherubijntje.

        De necrologieschrijver: een obsessieve zoektocht, Porter Shreve,

        hondje 1.2

        knuffelbeest dat een hondje voorstelt

        Betekenisbetrekking


        metonymie
        Betrokken betekenissen 1.0 : 1.2

        Algemene voorbeelden


        Mijn tinnen soldaten, de poppen van Gerda, de oude beertjes, en hondjes en konijntjes.

        Danny, Clem Schouwenaars,

        Combinatiemogelijkheden


        met adjectief ervoor


        • een pluche hondje
        • een pluchen hondje

        "Soms kun je het kind indirect bereiken. Als het een knuffeldier vastklemt, kan je dat in inschakelen. Je praat tegen het pluchen hondje of het konijn, het kind laat zijn knuffeldier antwoorden of vertellen in zijn plaats."

        De Standaard,

        hondje 2.0

        jonge hond die nog in het nest is of het nest onlangs verlaten heeft, en die nog alles moet leren; pup

        Semagram (extra betekenisinformatie)


        Een hondje…

        is een hond; is een zoogdier; is een dier

        • [Leeftijd] is nog zeer jong; is nog in het nest of heeft het nest recent verlaten
        • [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] is zeer speels; is nog niet gesocialiseerd; moet nog leren hoe het zich moet gedragen

          Algemene voorbeelden


          Wanneer het hondje ouder is dan 8 weken dient u goed op te letten hoe het dier gehuisvest is.

          http://www.doggy.net/raskeuze-frame.htm

          En een schapen- of veehouder die een pittige werker nodig heeft, kan natuurlijk niets beginnen met het zachtste hondje uit het nest.

          http://home.planet.nl/~abbin017/fokken.htm

          Elke week worden via de advertentiebladen honderden honden te koop aangeboden. Die komen beslist niet allemaal van erkende kwekers of van partikulieren die uit een pasgeworpen nest een hondje teveel hebben.

          De Standaard,

          Pasgeboren hondjes worden met een steen om hun nek verzopen bij de krib in de rivier die beneden in het verlengde van hun tuinpad ligt.

          Kriblijn, Barber van de Pol,

          Combinatiemogelijkheden


          met substantief ervoor


          • een nest hondjes

          In de Cyclaamstraat, op nummer 9, ontdekte hij een nest hondjes van drie weken oud.

          Mevrouw mijn moeder, Yvonne Keuls,

          Woordfamilie


          Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen


          Als linkerlid in samenstellingen en samenkoppelingen