indiaan


indiaan 1.0

iemand die behoort tot het volk dat oorspronkelijk Amerika bewoonde; oorspronkelijke bewoner van Amerika; inheemse bewoner van Amerika

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een indiaan…

is een persoon

  • [Kleur] heeft een getaande huid
  • [Uiterlijk] heeft een typische klederdracht die vaak wordt nagebootst als verkleedkledij in kinderspelen
  • [Groep] behoort tot een van de volkeren die oorspronkelijk Amerika bewoonden
  • [Woongebied] woont in Noord-Amerika, Centraal-Amerika en Zuid-Amerika
  • [Toestand algemeen] leeft vaak in primitieve, armoedige omstandigheden, in Noord-Amerika in reservaten
  • [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] wordt, als hij in Noord-Amerika leeft, in de literatuur en in films voorgesteld als een beschilderde krijger met veren op zijn hoofd en gewapend met pijl en boog en met een tomahawk, die op paarden rijdt, bizons jaagt, in tipi's of wigwams woont en de vredespijp rookt
  • [Onstoffelijke eigenschap algemeen] leeft in een sterk met de natuur verbonden cultuur
  • [Behandeling of bewerking] werd door de Europese kolonisatoren teruggedrongen en in sommige landen bijna uitgeroeid
  • [Overige] wordt soms opgevoerd in kinderspelen waarin de strijd tussen cowboys en indianen wordt nagespeeld

Combinatiemogelijkheden


met ander, nevengeschikt substantief


  • cowboy en indiaan
  • cowboys en indianen

Iedereen wist dus dat je voorzichtig moest zijn met Erik. Zo deed je er bijvoorbeeld goed aan niet beginnen te zeuren of schelden als hij midden in een ingewikkelde oorlog tussen cowboys en indianen plotseling de wei uit liep. Laten lopen. Tegen vier uur zou hij wel terug zijn.

Verdwaalde post, Walter van den Broeck,

Woordfamilie


Als deel van een afleiding


Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen


Als linkerlid in samenstellingen en samenkoppelingen