vlagzalm 1.0
Bron:
Gilles San Martin
(
CC BY-SA 2.0
)
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een vlagzalm…
is een vis; is een dier
- [Afmeting] wordt maximaal ongeveer 60 centimeter groot
- [Kleur] heeft een groenblauwachtige rug, een wit tot gele buik, een kleine, spitse kop en een grote gekleurde rugvin
- [Plaats] leeft in schoon, stromend, zoet water in beken en rivieren in heuvelachtig gebied
- [Woongebied] komt voor in Europa; wordt door hengelaars weleens uitgezet maar geldt in Nederland als verdwenen en in België als uitstervend
- [Leeftijd] kan 6 jaar oud worden
- [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] is een inheemse vis die zeer gevoelig is voor vervuiling
- [Gedrag] blijft het hele jaar door in hetzelfde water
Wetenschappelijke naam: Thymallus thymallus
| Rijk | Animalia; Dieren |
|---|---|
| Stam | Chordata; Chordadieren |
| Klasse | Actinopterygii; Straalvinnigen |
| Orde | Salmoniformes; Zalmen |
| Familie | Salmonidae; Zalmen |
| Geslacht | Thymallus |
| Soort | Thymallus thymallus |
Algemene voorbeelden
Vliegvissen of werken met de werphengel, de kansen om edele vis te vangen is groot. Ridderforel, zalmforel, vlagzalm en houting zijn enkele van de vissen in onze bergwateren.
De vlagzalm is alleen bekend uit het stroomgebied van de Maas. Mogelijk bestond er tot het einde van de negentiende eeuw in de Geul een inheemse populatie.
De vlagzalm is een standvis die typisch is voor ongestuwde beken en riviertjes in heuvel- en laagland, de zogenaamde 'vlagzalmzone'. Er zijn geen aanwijzingen dat de vlagzalm zichzelf instandhoudende populaties vormde in beken en rivieren buiten Zuid-Limburg.
Voor een geslaagde paai is een schone grindbodem vereist of een zandbodem waardoor zuurstofrijk water omhoog kwelt. Te veel waterplanten en met algen dichtgegroeide bodems maken een beek voor de vlagzalm (en andere zalmachtigen) ongeschikt.
Door een geleidelijke verbetering van de rivierwaterkwaliteit sinds 1985, nemen de bedreigingen af. Of het onheil is reeds geschied! Ruim voor die tijd stierven zalm, vlagzalm, beekforel, steur, elft en fint al uit.