bonusouder


bonusouder 1.0

(onderwijs en opvoeding; neologisme)

ouder die de zorg voor een of meer niet biologisch verwante kinderen op zich neemt, doorgaans samen met de biologische ouder van die kinderen; ouder die voor een of meer stiefkinderen zorgt; stiefouder

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een bonusouder…

is een ouder; is een persoon

      Algemene voorbeelden


      Als het langer duurt is kennismaken op een gegeven moment wel logisch. Al is het maar omdat zij wel een grote rol spelen in het leven van je partner en jij op dat moment een grote rol in het leven van hun moeder. Gelet op jouw persoonlijke situatie en geschiedenis beveel ik ook van harte aan om te blijven LATten aangezien er hier kinderen in het spel zijn. Voor kinderen kan het ook heel schadelijk zijn als ze een partner van één van hun ouders omarmen en vervolgens wéér een scheiding moeten meemaken waarbij ze ook een bonusouder kwijtraken. Die klap komt soms nog harder aan dan toen hun eigen ouders gingen scheiden.

      Fok!,

      „Eigenlijk moet ik zeggen ex-bonuskind. De zoon van Annet. Met hem heb ik nog wel contact." „Noemt hij jou ook zijn bonusouder?", vroeg Jasper. Michael geloofde niet dat hij dat woord ooit eerder had gehoord. „Kinderen hoeven niet mee te doen aan dat toneelstuk", zei Jasper. „Ze hoeven niet te doen alsof ze zogenaamd blij zijn met iemand die hun nieuwe vader of moeder komt spelen."

      NRC Handelsblad,

      Mee zorgen voor een kind was wel een hele aanpassing voor mij want ik heb zelf geen kinderen en ik ga het pad om moeder te worden ook niet meer bewandelen, daar ben ik uit, dat is zeker. Bonusouder zijn is niet gemakkelijk. Je hebt je eigen opvattingen over bepaalde regels en kan die niet altijd delen, je moet dingen laten beslissen door de moeder en de vader waarin ik niet kan tussenkomen. Maar ik ken mijn plaats en weet goed waar ik op de voorgrond kan treden en waar niet.

      Het Belang van Limburg,

      Woordfamilie


      Als deel van een afleiding


      Etymologie


      Aard herkomst inheems woord
      Vroegste datering 2013
      Samenhangende woorden (betekenis) bonusmoeder; bonusvader; plusmoeder; plusvader