foeilelijk


foeilelijk 1.0

heel erg lelijk; zeer lelijk; spuuglelijk
Het woord heeft dezelfde combinatiemogelijkheden als het grondwoord lelijk.

Algemene voorbeelden


De Tweekerkenstraat vormt een begrip in de Belgische politieke wereld sinds de christen-democraten in juli 1965 een foeilelijk oranje gebouw betrokken.

De Standaard,

Diepwandconstructies, één meter dikke betonplaten die tot 22 meter diep in het zand steken, kunnen lokaal de pijn verzachten. Dat kost 25 miljoen per kilometer, tegen een gewoon verzwaarde dijk 6 miljoen en ik vind die scherpe randen in het landschap foeilelijk.

NRC,

We passeren een foeilelijke sovjettoeristenbunker uit de jaren zeventig en staan even later stil op de binnenplaats met stoffige palmen van de datsja die Stalin in 1937 in elf maanden tijd liet bouwen.

De Telegraaf,

In het luxueuze maar foeilelijke, glazen Palacehotel waar zij logeren, zal hen het sanitaire comfort van de gemiddelde Chinees wel ontgaan zijn.

NRC,

De foeilelijke fauteuil op het versleten vloerkleed heeft de zitvlakken van André Gide, François Mauriac en André Breton nog getorst.

De Standaard,

Combinatiemogelijkheden


met ander, nevengeschikt adjectief


  • oud en foeilelijk

Iets wat lelijk was, boezemde haar altijd afschuw in. Waarschijnlijk zou ze zelf ook eens oud en foeilelijk worden, zoals iedereen, - maar dan was het al het jaar 2000 voorbij.

Congres in Salzburg, Monda De Munck,